“Ik ken dit nummer maar het is nog nooit zo binnen gekomen.”, zegt hij tegen mij als de muziek stopt. Het is het eind van de sessie. Ik kijk hem aan en zie tranen. “Als ik tranen zie dan weet ik dat er een lijntje naar het hart is geopend en dan weet ik dat ik goed zit.”, hoor ik de stem van één van mijn docenten van Phoenix opleidingen in mijn hoofd zeggen. Het is een zinnetje dat vaak met mij meereist en dat ik op mijn beurt weer deel met mijn cliënten. Zo ook vandaag. Hij knikt, kijkt mij aan en zegt: “Ja, zo voelt het ook. Alsof ik dit voor de eerste keer in mijn leven voel.”
De sessie stond in het teken van zelfliefde. Naar jezelf kijken met een open hart. De veroordeling waarmee je jezelf verfoeit omhelzen. Wegrennen en jezelf verstoppen kan in het moment zelf soms voelen als een verlangen maar het is een angstreactie. Om er in te leren moet je door het proces van vallen en opstaan heen. Met zachte ogen naar jezelf kijken, eigen zelfverwijten omarmen en jezelf nog meer kansen geven om te vallen en weer op te staan.
Als ik zijn ogen ontmoet ben ik in gedachten bij een moment, niet zo heel lang geleden, waarin ik mezelf verfoeide en schaamde. Een moment waarin ik worstelde met het gevoel van wegvluchten en mijzelf permissie geven om te mogen blijven. Het werd een mengeling van allebei en voelde heel naakt. Alle nare en verwarrende emoties van dat moment stromen weer even door mijn lijf als ik hem aankijk en het gebruik als basis van deze ontmoeting om hem te leren in menselijkheid en compassie. Hem zo laat ervaren hoe het ons mensen ook kan verbinden als we ons tonen in onze worstelingen. Empathie voor anderen begint met compassie voor onszelf.
Die volgende dag ontving ik een berichtje van hem. Het eindigt met: “Ik vond het weer bijzonder gisteren.”
Iets zoekt kleur. Iets roept een vorm.
Iets dringt zich op als een raadsel. Iets laat zich
niet ontleden, niet begrijpen, niet verleiden.
Iets is er dat meekomt met de liefde.
Zoiets als de illusie en ruimte, als hunker.
Naar geborgenheid die zich loskoppelt van de pijn.
Of zoiets als het verhaal van wie we zijn
dat we in onszelf ontdekken als we elkaar
onbevangen betreden, onbelemmerd aan elkaar geven,
ademloos wang aan wang verder gaan.
Claire vanden Abbeele